Supervisie

Supervisie

OPB biedt supervisie aan voor orthopedagogen die NVO orthopedagoog generalist willen worden, voor psychologen die NIP Kinder- en jeugdpsycholoog willen worden en voor de herregistratie van orthopedagogen en psychologen voor het SKJ.

De structuur van een supervisietraject.

De duur van een supervisietraject ligt tussen de 20 en 45 uur.
De duur is afhankelijk van de eisen van de (her)registratie van NVO, NIP of SKJ.

De bijeenkomsten vinden eens per twee weken plaats en duren 1 ½ tot 2 uur per bijeenkomst.
Een uur supervisie bestaat uit 45 minuten contacttijd en 15 minuten overige activiteiten.

In de eerste bijeenkomst wordt het supervisiecontract besproken en ondertekend door de supervisor en de supervisant. De voorlopige doelen worden opgesteld door de supervisant.

In de derde bijeenkomst vindt er een evaluatie plaats over de supervisie tot op dat moment. Verder worden dan de doelen definitief vastgesteld.

Halverwege vindt er opnieuw een evaluatie plaats.

In de laatste bijeenkomst vindt de eind evaluatie plaats.

De supervisie kan individueel of in een groep van maximaal 3 personen plaatsvinden.

De inhoud van een supervisie traject.

In de supervisie wordt aangesloten bij de normen die het NIP, de NVO en het SKJ aan supervisie stellen. Inhoudelijk wordt in de supervisie aandacht besteed aan het beroepsmatig functioneren en het persoonlijk functioneren van de supervisant. In het beroepsmatig functioneren gaat het om het werken volgens de beroepscode en volgens de kwaliteitsnormen van de beroepsgroep. Daarnaast wordt in de supervisie aandacht besteed aan het persoonlijk functioneren van de supervisant in de beroepscontext.

In de supervisie wordt gewerkt met leerdoelen, die door de supervisant opgesteld worden. Tijdens het supervisietraject wordt regelmatig geëvalueerd in hoeverre de doelen behaald zijn en welke acties er nog nodig zijn om de doelen te behalen. Tijdens de supervisie vindt er regelmatig een mondelinge en schriftelijke reflectie op het eigen handelen plaats door de supervisant. In de supervisiebijeenkomsten wordt goed gekeken naar het proces van de supervisant met zijn cliënt (kinderen, jongeren, opvoeders). Er wordt gereflecteerd op de praktijk, op ‘toen en daar’. Soms wordt er alleen gepraat óver een casus. Soms gebeurt er iets in het hier en nu dat parallel loopt met wat er toen en daar ook gebeurde. Dan gaat het gesprek over de reacties die de supervisant laat zien tijdens de supervisiezitting. In dat geval is het supervisieproces zelf het supervisiemateriaal geworden. Door het opnieuw bespreken en overdenken van eerdere ervaringen maakt de supervisant zich de kennis eigen en kan de supervisant met een andere aanpak experimenteren.